In Villasimius, in het zuiden van Sardinië, konden we eindelijk weer eens aan land om de gebruikelijke activiteiten uit te voeren: de vuilnis weggooien, boodschappen doen en de was doen. Er was geen officiële aanlegplaats voor de bijboten maar er was een houten railing langs een van de drijvende pontons. Hier konden we de rubberboot aan vastleggen zonder dat we in de weg lagen van de andere boten. Je moest wel via een paar rotsen aan land klauteren maar dat was goed te doen. Het was een drukke jachthaven en er waren op elk moment van de dag mensen bij de boten verhuur plaats en de boten die duikexcursies organiseerden. Iedereen liep rond met tassen en spullen en dus vielen wij niet op met onze vuilniszakken en boodschappentassen.
Tenminste, dat dachten we. Wij hadden geen problemen bij het aan land gaan maar onze vrienden op Kittiwake, die ook in dezelfde ankerplaats lagen, werden tegengehouden door een medewerker van de haven die ze vertelden dat ze €10 moesten betalen om hun afval in de containers van de haven weg te gooien. Toen ze daarop antwoordden dat ze in dat geval hun vuilnis buiten de haven zouden weggooien, was het antwoord dat ze zelfs in dat geval nog steeds €10 moesten betalen omdat ze met hun vuilnis in de haven aankwamen! Uiteindelijk lieten ze hun afval achter in de bijboot om het op een andere dag weer te proberen.
Gelukkig konden wij zonder dat iemand ons lastig viel onze vuilnis kwijt. Er was een wasserette in de haven en voor €14 konden we de vuile was van de afgelopen paar weken wassen en drogen. Als extra traktatie hadden we lunch in een van de café’s; een zeldzame luxe want we hadden in ruim een maand niet buiten de deur gegeten. Vervolgens gingen we op zoek naar de bushalte. Op het internet had ik gelezen dat er een zomerdienst was die langs de marina en via een aantal stranden naar het centrum van het dorpje Villasimius zou rijden. Het dorp was ongeveer 45 minuten lopen vanaf de haven, iets te ver met het hete weer in Augustus. Een busdienst was dus wel zo handig, vooral omdat er in een dorp een grote supermarkt was waar we onze hoognodige inkopen konden doen.
Volgeladen met boodschappen
De bushalte was niet echt duidelijk aangegeven. Op de weg stonden een paar lijnen geschilderd en het woord BUS dus we namen maar aan dat daar de bus zou stoppen. Volgens de website zou de bus eens per uur langskomen. De volgende dag wachtten we netjes bij wat hopelijk de bushalte was, 15 minuten voor de aangegeven tijd. En ja hoor de bus kwam precies op tijd. Alleen was het niet een ‘echte’ bus maar een minibus met zo’n 10 zitplaatsen en erg weinig beenruimte. Alle andere passagiers waren duidelijk toeristen die een dagje naar het strand gingen. De bus was niet echt geschikt voor het vervoeren van tassen vol met boodschappen – maar dat was een probleem voor later.
We stapten uit in het centrum van Villasimius en verkenden het dorp. Aangezien het lunchtijd was zochten we een leuk restaurantje op en na een pizza en espresso gingen we naar de supermarkt. Een paar uur later hadden we 7 tassen vol met boodschappen. Hoe kregen we die in hemelsnaam in de bus?
We verdeelden de tassen tussen ons tweeën en alhoewel een aantal van onze medepassagiers moesten bukken om de tassen op mijn schouders te ontwijken, lukte het om op de achterbank terecht te komen. De six-pack met flessen water hadden we achtergelaten op de vloer bij de deur want daar was geen plaats meer voor op onze schoot. Gelukkig zei niemand er wat van. Eenmaal terug in de haven zagen we een donkere lucht boven de ankerplaats. Net voordat de regen en onweer losbarstte waren we, inclusief genoeg proviand voor de komende tijd, weer op Goodvibes.
Ongebruikelijk slecht weer
De volgende dag namen we opnieuw de bus naar het dorp, deze keer samen met Susan. Zij was inmiddels ook in Villasimius aangekomen (nadat zij de langs het zuiden van Sardinië had gevaren) en wilde ook graag wat eten en drinken inslaan. Deze keer zorgden we ervoor dat we niet zoveel kochten. Ook die dag werd het weer in de middag slechter. Al snel nadat we teruggekeerd waren had de wind toegenomen tot meer dan 20 knopen waardoor de golven ook flink hoog waren.
Een paar uur lang kwamen de golven van de zijkant en wiebelde Goodvibes van links naar rechts. Het was meer deining dan we tot dan toe tijdens het zeilen meegemaakt hadden. Gelukkig nam de deining in de avond af zodat we een goede nachtrust hadden. Het plan was namelijk om de volgende dag de oversteek naar Sicilië te maken.
Toen we opstonden waren er opnieuw dreigende wolken aan de hemel maar de weerspelling gaf matige wind en golven aan – geen probleem voor de komende tocht. Samen met s/y Wilma en Vaare hadden we afgesproken die middag om 3 uur te vertrekken. Susan had besloten om nog wat langer in Sardinië te blijven.
We hadden die ochtend een flink aantal dingen te doen: Jon zou in de rubberboot naar de tanksteiger gaan om daar een aantal jerrycans met diesel en water te vullen. Vervolgens moesten we de rubberboot aan boord hijsen, leeg laten lopen en op het dek vastmaken. Ons (opblaasbare) sup-board moest ook leeggelaten en opgeborgen worden en ik was van plan een aantal maaltijden te koken. Maar opnieuw was het weer ongebruikelijk slecht: net nadat Jon de jerrycans had gevuld begon het te plenzen en het hield pas 3 uur later weer op. Nu was alles kletsnat.
Wilma en Vaare waren wel gereed om op de afgesproken tijd te vertrekken maar wij lieten alles eerst wat opdrogen voordat we, anderhalf uur later, het anker ophesen.
Een bliksems vertrek
Het begin van de tocht verliep voorspoedig: we voeren tussen twee weersystemen in (één links en één rechts van ons) waardoor we de wind flink in de rug hadden. Al gauw gingen we zo’n 5,5 knopen en werd de afstand tussen Wilma en Vaare steeds minder. Vóór ons zagen we een aantal bliksemschichten maar dit was op aardige afstand en omdat we de afgelopen week elke dag in de middag een onweersbui hadden gehad, maakten we ons daar geen zorgen over. Om 21 uur reefden we, preventief, het zeil naar het tweede rif.
Rond 10 uur ging ik naar bed. Jon, die als eerste die nacht op wacht stond, had de motor aangezet want de wind was vrij plotseling gaan liggen. De twee fronten rechts en links waren verdwenen maar het front recht voor ons was inmiddels flink gegroeid en toegenomen in intensiteit. Iets later, ik was nog niet in slaap gevallen, kwam Jon naar me toe en hij zei dat hij er niet gerust op was. Misschien was het beter om om te keren. We namen contact op met Wilma over de marifoon en besloten om het nog wat langer aan te kijken. Wilma zou via hun radarsysteem kijken welke kant het front op ging. Uit voorzorg pasten we onze koers aan naar het noorden in een poging om het slechte weer te ontwijken.
Het was een uitzonderlijk instabiel weergebied: nooit eerder had ik zoveel bliksem gezien. Van links naar rechts, overal voor ons zag je elke 10 of 20 seconden een ontlading. Er waren zowel weerlichten boven de wolken die de torenhoge wolkenmassa’s verlichten en oogverblindende bliksemschichten naar de grond. Er was weinig onweer te horen en ook was er weinig wind of regen. Maar de veelvuldigheid en intensiteit van de bliksem was zo angstaanjagend dat we uiteindelijk omkeerden naar Villasimius.
Snel wegwezen!
Het was inmiddels mijn beurt om op wacht te staan. Nadat we omgedraaid waren hadden we voldoende wind om te zeilen. Ik hield de AIS goed in de gaten want hier kunnen we de snelheid van Wilma en Vaare zien, wat een goede indicatie geeft of ze aan het zeilen zijn of dat ze de motor aan hebben. Wilma voer oorspronkelijk voor ons uit, dus nadat we omgedraaid hadden, voeren ze achter ons – dichter bij de storm. Toen ik zag dat zij met wel bijna 7 knopen gingen, realiseerde ik me dat ze de motor aan hadden gezet om de storm voor te blijven. Ik deed dus ook snel de motor aan en hoopte dat de storm niet dichter bij zou komen.
Na een uur leek het erop dat het front niet dichterbij kwam en dus kon de motor weer uit. We zeilden het volgende uur maar daarna moest de motor toch weer aan wegens te weinig wind totdat we in de ankerplaats waren. Om 5 uur in de ochtend kwamen we weer aan in Villasimius. Het was niet zo gemakkelijk om in het donker een goede plek te vinden dus we vermeden de andere boten en lieten het anker aan de rand van de ankerplaats vallen. Toen konden we eindelijk naar bed want geen van tweeën hadden we die nacht geslapen.
Terug in Sardinië
De volgende dag lazen we dat de storm enorm groot was geweest en zich wel tot aan Sicilië uitgestrekt had. Wat waren wij blij dat we teruggekeerd waren! We leerden meer over de weersvoorspelling van onweer en bliksem en de CAPE (Convective Available Potential Energy) index die hierbij gebruikt wordt. Tot dan toe hadden we hier geen aandacht aan geschonken, maar vanaf nu zouden we dat zeker doen.
Een paar dagen later zou er een flinke wind opsteken vanuit het westen. De ankerplaats bij de haven van Villasimius ligt op het westen waardoor deze, zoals we inmiddels ervaren hadden, erg oncomfortabel zou zijn. We gingen daarom rond de Cape Carbonara naar een andere ankerplaats die voor het strand van Simius lag. Hier was veel ruimte en de heuvels op de kust braken de westenwind op. Nu was het wachten op goed weer zodat we opnieuw de oversteek naar Sicilië konden maken.
One Comment on “Slecht weer belet ons vertrek van Sardinië”
Dat is goed afgelopen en weer veel geleerd.